zaterdag 28 november 2015

Wat zouden mannen zeggen?



Als (yoga) vriendinnen en ik samen zijn, gaat het toch ook vaak over de kinderen. We wisselen de laatste ontwikkelingen uit, horen wie er het snelst is en wie het meest lui. De lekkerste prakjes worden gedeeld, ons eigen gewicht en ons eigen fit zijn na de bevalling wordt besproken. En soms, ja soms worden de mannen ook besproken. Verder niet zo interessant. Maar de mannen. Zouden zij het nou ook over ons of over de kinderen hebben? En wat zouden ze dan zeggen?

Die eerste dingen bespreken zij sowieso niet. Uitgesloten! Tenminste mijn vriend niet, dat weet ik zeker. Als wij wel de revue passeren, dan stel ik mij dat zo voor. 

Jaap: in een relatie, nog geen kinderen.
Maarten: in een relatie, vrouw in verwachting van hun eerste kind.
Joe: in een relatie en net een baby erbij (dus twee of meer kids).
Max: uit elkaar, met twee kinderen.

Lekker standaard, namen verzonnen en in willekeurige volgorde. Dus dames geen zorgen, het is niet altijd zo dat je na twee kinderen uit elkaar gaat. Zou lullig zijn.

Goed, die mannen gaan fijn ergens wat eten en een biertje drinken. Na elkaar te begroeten, de laatste sportstanden en nieuwste transfers te hebben besproken, komen de dames en kinderen misschien ook ter sprake!?

Joe tegen Maarten: ‘Zeg hoe gaat het met Lisa, bijna klaar toch met zwanger zijn?’
Maarten: ‘Ja, gelukkig wel zeg. Echt man, had die van jou ook zo last van haar hormonen?’
‘Natuurlijk’, lacht Max. ‘Dat hebben ze allemaal! ’s Avonds laat ineens trek in iets en dan moet jij dat maar ergens vandaan toveren. ’s Nachts niet kunnen slapen vanwege de dikke buik en dan net zo hard zuchten, totdat jij ook wakker wordt. Zich zorgen maken of alles wel op tijd af komt en ga zo maar door. O en seks, heb je dat nog wel? Dat wilde mijn vrouw niet meer.’
Joe: ‘Over de seks kan ik wel meepraten, maar de laatste keer dat het ook echt gebeurde kan ik mij niet meer heugen. Denk je het eindelijk eens te kunnen doen, is ze moe of één van de kinderen wordt wakker net op het verkeerde moment. En ook al slaapt de boosdoener weer door, het libido van haar is direct gedaald naar onder nul.’
‘Maarrr’, zegt Maarten, ‘die borsten! Die borsten mogen van mij wel zo groot blijven.’
‘Ha’, lacht Joe schamper, borstvoeding of niet, die borsten lopen compleet leeg lijkt het wel. Daar blijft weinig van over. Ik zou je, als ik jou was, maar gaan focussen op de billen. Of geef haar een "Schumannetje" cadeau, daar heb jij ook nog wat aan.’ 
'Wacht maar, het wordt allemaal nog 'leuker'', zeggen Joe en Max tegelijk. 'Voor je het weet slaapt er ook nog één tussen jullie in.'

Jaap heeft het aangehoord en zegt met een knipoog: ‘Hé jongens, zullen we het anders hebben over de borsten van mijn vriendin en mijn seksleven!? Is een stuk beter dan dat van jullie als ik het zo hoor.' 'Ja, nu nog wel', zeggen de anderen. 'Wacht maar. Wedden dat die van jou het ergst wordt van allemaal!'  

Proost!

En toen ging het weer over sport!


zaterdag 21 november 2015

Vol verwachting klopt ons hart!




Het is donderdag wanneer ik mijn zus aan de telefoon heb. Eva wil haar grote nicht ook even spreken. Kris vertelt enthousiast aan Eva dat Sinterklaas zaterdag aankomt en dat je dan voor het naar bed gaan je schoen mag zetten. Want, dan krijg je een cadeautje. Eva is direct alert, een cadeautje!?
Help! Denk ik. Glad vergeten. Vrijdag ga ik nog even snel naar de winkel voor een schoencadeautje. Ik hoop maar dat niemand dat door heeft, want welke moeder vergeet dit nu? Maar ha, het valt mee, ik heb een medestander. De buurvrouw is het ook vergeten, dus ‘samen’ zoeken wij nog snel een schoencadeautje.
De zaterdag is aangebroken en samen met haar grote nicht en neef bekijkt Eva de optocht. Tot dan alles oké. ’s Avonds voor het naar bed gaan is het dan zover. Ik zeg tegen Eva: ‘Kom lieverd, pak je schoen, dan zingen wij een liedje voor Sinterklaas en misschien krijg jij dan wel een cadeautje.’ Er komt geen actie. Als ik naar haar kijk, zie ik dat haar lip begint te trillen en ze zegt: ‘Klaasje nee leuk mama. Eva niet schoen zetten.’ Op de vraag of ze dan wel een liedje wil zingen, antwoordt ze: ‘Ja!’  En zingt: ‘Sint Maarten, Sint Maarten, de koeien hebben staarten….’ en zo verder. Tot zover het schoen zetten in huize JD.
Maandag op mijn werk aangekomen, komt die leuke moeder naar mij toe en zegt: ‘Moet je nu horen! Ben ik vanochtend boven op het moment dat de kinderen hun schoencadeau uitpakken. Hoor ik er één de trap opkomen. Leuk denk ik nog! Zal ze komen laten zien wat voor moois ze heeft gehad? De badkamer deur gaat open en binnen een minuut is mijn gedachte verpest, als ze zegt’: ‘Mam, had Sinterklaas niet een ander cadeau kunnen bedenken!? Zoiets heb ik toch al.’ Grrr!’
Hoewel ik héél goed begrijp dat dit echt niet de reactie is waar je als moeder op hoopt, moet ik er toch om lachen. Blijkbaar kan je beter laat zijn met het kopen van een cadeau en erachter komen dat je helemaal niet in alle haast naar de winkel had gehoeven, dan dat je je best doet met dit als gevolg.
Dus lieve Sinterklaas, ons wensenlijstje voor dit jaar:
Geen cadeaus, maar een dosis dankbaarheid in de schoen graag!






zaterdag 14 november 2015

Ochtendmens!?



Ochtendmens!? Ik kan mij bijna niet meer heugen wanneer ik dat was. Dat zal geweest zijn toen ik klein was, een kind. Met recht een echt ochtendkind. Zodra mijn ogen opengingen, ging gelijktijdig ook mijn mond open. Om te kwebbelen, de hele dag. Totdat ’s avonds mijn ogen in bed weer dicht vielen en daarmee ook mijn mond. Nu weet ik en begrijp ik ook, dat het niet altijd voor iedereen tof was, zo vroeg in de morgen. Zo weet ik nog goed dat ik op een keer op een ochtend voor schooltijd bij mijn beste vriendinnetje en haar moeder, een vriendin van mijn moeder, werd gebracht. Het zal rond acht uur geweest zijn dat ik naar binnen werd geschoven. Ik en mijn kwebbel, mijn kwebbel en ik. Ik non stop aan de praat, gaf de moeder van mijn vriendinnetje opeens het verkeerde antwoord. Ze zei ja in plaats van nee of andersom. Verbaasd en verrast vroeg ik: ‘Luister je wel?’ Eh, nee dus. Toen begreep ik er niks van, maar nu? Nu wel!
Mijn kwebbel kwam door de jaren heen steeds wat later op gang. Vanaf een jaar of 16 werd ik een middagmens, vooral in het weekend. Want als je in de vroege uurtjes thuis komt, slaap je door de ochtend heen. Tijdens mijn studie en later tijdens mijn werkjaren zonder eigen kinderen, kwam ik op gang zodra het nodig was. Op het moment dat ik op de plek van bestemming was aangekomen. En in het weekend sliep ik, als het kon, nog steeds graag door de ochtend heen.
Maar sinds ik zelf moeder ben, ben ik weer een ochtendmens, ik zal wel moeten. Kinderen, die van ons in ieder geval, slapen niet uit tot na 10.00 uur. En waar Saar heerlijk kwebbelend wakker wordt, maar prima nog even in haar bed tevreden ligt te kwebbelen, wil Eva er graag uit, zodra zij wakker is. ‘Mámá, Eva klaar met slááápen.’ Zucht, ze roept mama. Ik kan dus geen stoot(je) aan mijn buurman geven met de boodschap: ‘Ze roept jou.’ Een blik op de wekker geeft altijd de informatie, luier verschonen en terug in bed of bij ons in bed. Voor half zeven geldt het eerste en daarna het tweede. Het tweede stiekem toch met de hoop op nog even gezellig soezen in het grote bed. Die hoop vervliegt snel, als ze op inspectie gaat. Een vinger in mijn oor, hé de oogleden kunnen ook open, wat grappig mijn vinger past ook in mama haar neus en dan die kwebbel. Die o zo gezellige kwebbel. Het zal allemaal heel logisch zijn, iets in de trant van zo moeder, zo….dochter. Ja die. Binnen 5 minuten is het bekeken, we gaan eruit! Gezellig is het wel, maar nog even soezen zit er niet in. Een ochtendmens dus, ja van een ochtendkind naar een ochtendmens. 
Of eigenlijk ben ik een gedwongen ochtendmens door het hebben van een ochtendkind. 
Niet één, maar twee.


zaterdag 7 november 2015

Alle baby’s huilen, PUNT!



Baby's huilen. Dat doen ze nou eenmaal allemaal. De één wat meer dan de ander. Maar zelfs de baby's die weinig huilen, huilen ook wel eens. Dat weet iedereen. Ik ook en ik word er niet anders van.
Waardoor komt het dan dat wanneer ik in gezelschap ben van vreemden, ik mijzelf ineens hoor uitleggen wat de reden van het huilen is. Ook nog ongevraagd. Alsof ik een onbedwingbare dwang heb om het uit te leggen. Totaal onnodig natuurlijk en toch doe ik het.

Bijvoorbeeld laatst. We zitten in de wachtkamer bij de dokter en Saar begint te huilen. Dan hoor ik mijzelf ineens zeggen: 'Je bent moe hè.'  En even later: 'Ja, ik weet het, je bent het er niet mee eens. Maar soms is het niet anders. Mijn oma zou gezegd hebben’: ‘Keind het is niet anders.' Zo'n onzin! Mijn oma heeft mijn kinderen, helaas, niet mee mogen maken. Maar ondanks dat, kraam ik er nog één uit: 'Je hebt honger hè.' Waardoor ik direct daarna denk aan wat de aanwezigen wel niet zullen denken. 'Arm kind, die moeder weet gewoon dat ze honger heeft en het enige wat ze doet is benoemen waarom ze huilt. Steek er een fles in!!' 

Jemig El, waarom doe je dat!? Vraag ik mijzelf na afloop af. Elke baby huilt wel eens. En al die aanwezigen zijn ook ooit eens baby geweest, hebben dus ook zeker wel gehuild omdat ze moe waren, honger hadden of gewoon geen zin. Bovendien is er nog nooit iemand geweest die er wat van heeft gezegd. Het zit in mij, blijkbaar wil ik graag dat ‘ze’ weten dat Saar een reden heeft om te huilen. 

Als ik ’s avonds met Mark deel dat ik die onbedwingbare dwang heb, zodat ‘ze’ er niks van zullen denken, zegt hij: ' Lekker belangrijk. Elke baby huilt wel eens, zelfs die van ons!'