zaterdag 26 september 2015

Het vliegt voorbij, maar gelukkig is vandaag vandaag en niet gisteren



Het precieze gevoel kan ik niet terug halen. Wel heb ik mijn herinneringen. Zo herinner ik mij heel goed het moment waarop ik dacht: 'Zou het?' Maar ik wuifde het weg en dacht er niet meer aan. Totdat ik op een ochtend mijn geduld niet kon bedwingen, Mark naar de winkel ‘stuurde’ en ik kort daarna met een positieve test in mijn handen zat. Zo blij en verrast! Zo verrast dat Mark zich afvroeg of ik wel wist hoe het werkte met de bloemetjes en de bijtjes. Natuurlijk wel, alleen had ik niet durven hopen dat het zo vlot zou lukken. Enorm gelukkig, maar ook spannend. Na de eerste echo, waarop duidelijk te zien was dat de eindbestemming van de reis, net als bij Eva, goed was aangegeven, nam de spanning al wat af. 

De zwangerschap vorderde en de bevalling naderde. De spanning nam steeds een beetje meer af. Die keer toen ik onzeker was omdat ik jou niet voelde, was de verloskundige zo lief om op zoek te gaan naar jouw hartslag. En de eerste zestien weken waren pittig, zeg maar gerust geen klap aan. Ja ik was mij ervan bewust dat er iets moois in mij groeide en ja het was het dubbel en dwars waard. Maar zestien weken lang elke dag twee of meer keer per dag je eten voor de tweede keer bewonderen boven de wc, daar wordt niemand blij en fit van. Na die weken ging het beter en ben ik echt gaan genieten. Jij groeide goed en ik voelde hoe krachtig je toen al was. Flinke rake klappen deelde je uit. Behalve dan die ene avond tegen het einde van de zwangerschap, toen genoot ik kort even wat minder. Het was de avond waarop ik zag dat ik uit mijn huid knapte. Hoewel papa mij er niet minder mooi om vindt en zegt dat hij het dus niet erg vindt. Nee, hij heeft makkelijk praten, blijft lekker strak in zijn vel. Denk ik dat hij wel eens leukere momenten heeft gehad. Gelukkig bleef het daarbij, want enkele dagen later werd jij na een snelle bevalling geboren. Onze Saar, zo mooi, zo bijzonder en o zo anders. Vol verwondering hebben we naar jou gekeken. Na een dag mocht ik en dus ook jij naar huis. Met elkaar zochten we naar een nieuw ritme, samen met papa en jouw grote zus. Met ook wat hobbels in de weg. Want hoe erg vond ik het dat na negen weken (pas) duidelijk werd waarom jij na elke voeding zo hard huilde. En wat fijn was het om zo lief en goed begeleid te worden door Marian. Toen wij de adviezen opvolgden die zij gaf en jij eraan wende, konden wij eindelijk zien Saar, hoe jij echt bent. Wie Saar is. Een lief, vrolijk meisje, goedlachs, bewegelijk en met een eigen willetje. Je sliep vanaf dat moment rustig en lachte ineens vaak en zo gemakkelijk. De eerste keer, zal ik niet snel vergeten. Het was in het ziekenhuis, twee uur na een voeding en nadat Marian jou had ingebakerd. We zagen jou rustig worden en daar in het ziekenhuis lachte je voor het eerst. Ik werd er emotioneel van. Hormonen bedankt. Dankzij jullie kan ik mijn tranen nog maar moeilijk bedwingen.

Zo sterk als ik dacht dat je zou zijn, zo sterk ben je ook echt. Ik durf zelfs te wedden dat jouw buikspieren op dit moment beter getraind zijn dan die van mij. Je vindt veel dingen oké en zo niet, dan laat je even van je horen. Net als 's ochtends vroeg. Dan laat je ook van je horen, maar anders. Je brabbelt bij het wakker worden, net zo lang tot iemand jouw kamer in komt en die schenk jij dan een glimlach van oor tot oor. Je begrijpt dat wij elke ochtend een sprintje trekken om als eerste bij jou te zijn. Het is maar goed dat Eva nog in een ledikant slaapt, anders stond zij elke ochtend als eerste aan jouw bedje.

Lieve Saar, gisteren, zes maanden geleden en veertien maanden geleden. Het klinkt zo lang en het voelt zo kort. Veertien maanden geleden werden wij verblijd met de verwachting, zes maanden geleden werd jij geboren en gisteren, gisteren was jij dus al zes maanden oud, een half jaar. Een half jaar, het klinkt zo lang en het voelt zo kort. Lieve schat, je bent een dot en wij zijn enorm blij dat vandaag vandaag is en niet gisteren, want vandaag is weer een extra dag met jou!

woensdag 23 september 2015

Inspector Gadget

Tude-de-duu-Inspector Gadget-tude-de-duu-tuut. Voor degene die hem niet kennen. Deze Inspector is alles behalve een aantrekkelijke man en toch wist hij mij en vele anderen te boeien en aan de buis te kluisteren. Ik ben zo geboeid geweest, dat ik nu nog wel eens aan hem denk.

Zoals laatst in de auto, gezellig met de meiden op reis. Eva wil wat drinken, Saar is haar speen kwijt, Eva haar knuffel is gevallen, Saar haar doekje ligt naast de maxi-cosi, Eva biedt haar haarknipje aan die ze er heeft uitgetrokken of haar ‘neus’, wat eigenlijk gewoon een pulkje is. Allemaal dingen die ik prima kan oplossen op het moment dat Mark rijdt, maar niet als ik alleen rijd, zonder bijrijder. Dan zijn bovengenoemde zaken gewoon levensgevaarlijk op de weg. Ik zie ons al zitten als vliegen tegen de voorruit vanwege Aapie of een stukje snot. Ik pas.

En op zo’n moment denk ik dus aan Inspector Gadget. Het tekenfilmfiguur met zijn spaghetti armen die wanneer het uitkomt zijn armen: ‘Go go gadget arm’, kon verlengen en zo overal bij kwam. Briljant! Ideaal voor alle mensen die alleen reizen met kinderen op de achterbank. Kan dat niet ontworpen worden!?

Heel af en toe geniet ik van mijn persoonlijke Inspector Gadget, in de vorm van Kris. Wat een hulp. En, ze is nog aantrekkelijk ook!

zaterdag 19 september 2015

Even snel



Vroeger kon dat. Even snel dingen doen en was het heel normaal. 
Even snel de was ophangen, even snel de deur uit, even snel een boodschapje doen en nog zoveel meer kon even snel. Na één kind wordt dat al wat minder en na twee kan je dat 'even snel' wel op je buik schrijven. Hoe het kan weet ik niet, maar als ik bijvoorbeeld denk dat ik even snel de was kan ophangen, besluit Eva de wasknijpers door de waskamer te verstoppen en Saar het logeerbed overhoop te trekken. Bij snel de deur uit, besluiten ze allebei hun luier vol te poepen. Natuurlijk kort na elkaar, dus je zit al voor de tweede keer klaar achter het stuur als je weer wat ruikt. Beide kinderen weer uit de auto en naar boven om nogmaals een luier te verschonen. Of met boodschappen doen ben je al twintig minuten kwijt met inladen van de auto; kinderen, kinderwagen, luiertas, boodschappentas, uitladen bij de winkel met dezelfde spullen. Dan weer inladen na het daadwerkelijk boodschappen doen, inclusief de boodschappen en thuis weer uitladen. Niks even snel. En als je dan denkt: ‘Vanmiddag even heerlijk op de bank als de kinderen allebei liggen te slapen.’ Dan wil de één nog drinken, terwijl na een kwartier blijkt dat de ander tot aan haar nek onder de poep zit. Dat wordt dus badderen en wassen in plaats van lekker ‘even snel’ op de bank. 
Even snel lijkt bijna onmogelijk met twee kinderen, neem dus vooral de tijd, dat maakt het allemaal wat meer relaxt. Nu ik het zo schrijf, bedenk ik mij dat er overigens wel iets is wat even snel kan.

Eén van de weinige dingen wat tegenwoordig namelijk nog wel even snel kan, is het meervoud van vrij. Dat waar je dan soms graag wel even wat langer over zou willen doen, dat moet dan wel ‘even snel’.

woensdag 16 september 2015

In stijl op stap

Een vrijdagavond in juni, 17.00 uur. Saar krijgt de fles, boeren en voor het gemak omhoog in de wipstoel. Dan iedereen mee naar boven, want ‘mama’ heeft een uitje! Wat doe ik aan? Mijn lange jurk of is dat wat overdreven? Toch even aanzien. Ik hoor de deur. ‘Hey lief.’ Zo snel als ik kan breng ik de meiden naar beneden. Ondertussen check ik snel bij Mark hoe mijn outfit is. ‘Het is toch geen bruiloft?’, luidt de reactie. Eh nee, ietwat overdreven dus.

Terug naar boven. Lekker rustig alleen. Hoewel, rustig. Ik heb nog maar 15 minuten voor aankleden, haren doen, tas pakken en ik moet ook nog naar de plaats van bestemming rijden. My little black dress dan maar, goed voor vele gelegenheden. Mijn hakken. Waar zijn ze? Gespot, achterin de kast, onder een laag stof, naast dat amper gedragen paar met hakken van bijna 10 cm. Blaas, blaas, veeg, veeg en ze zijn weer klaar voor gebruik. Haar in een staart, likje verf op mijn gezicht. Snel naar beneden, waar Mark blij verrast vraagt of hij ook mee mag. ‘Nee, sorry.’ Kus, kus, tas pakken en gaan.

Zittend in de auto geniet ik al, zonnebril op, volume van de muziek hoog, ik heb er zin in. Eenmaal op de plaats van bestemming is er ook nog een plekje voor de deur vrij. Dit is echt mijn avond! Nog even betalen en dan kan de avond beginnen. Ik open mijn tas, pak mijn portemonnee en…grijp mis. WAAR is dat ding? Daar sta ik dan hot like hell (valt reuze mee, maar klinkt zo leuk) met mijn portemonnee nog thuis, in de luiertas. Waardoor ik binnen 1 seconde weer met beide benen op de grond sta. Na een verleidelijke blik op een mede parkeerder, zijn mijn parkeerkosten geregeld en kan de avond alsnog beginnen. Ook al niet waar, een lieve collega schiet het voor.

Mama gaat ook eens uit. En dat uitje, was een etentje met mijn collega’s, heel gezellig, maar niet zo spannend zal je denken. Geloof mij, als je drie maand daarvoor bent bevallen, pak je zo’n gelegenheid met beide handen aan om er een feestje van te maken. Compleet met little black dress, hakken en een likje verf. Alleen jammer van de portemonnee.


zaterdag 12 september 2015

'Mama, werken'



‘Ik ben een leukere moeder als ik werk’. Deze zin kom ik regelmatig tegen in tijdschriften en hoor ik vaak genoeg om mij heen. De 'werkende moeder' zegt het en de zin wordt opgepikt, overgenomen en doorverteld. Zonder daar negatief over te zijn, overigens. Maar ik vraag mij af hoe ze dat doen. Een leukere moeder zijn als ze werken. Ik heb er over nagedacht en ben tot de conclusie gekomen dat ik namelijk helemaal geen leukere moeder ben als ik werk.

Het begint de avond voor de werkdag. Dan pak ik de tassen in en zet ze klaar, compleet met een setje kleding, knuffeltje, voeding en speentje. Ja, de relatie met de speen is nog niet voorbij. Maar goed daar merken de meiden nog niets van. Het wordt pas merkbaar op de ochtend van de werkdag. De wekker gaat en in de rust en stilte van het huis, stap ik onder de douche en in de kleren, maak mij klaar en eet mijn ontbijt. De kinderen liggen beiden nog heerlijk te slapen, maar ik moet/wil werken, dus daar gaat de deur open en met een zachte stem en een aai over hun bol, wek ik hen uit hun slaap. Dan kleed ik ze aan, meestal Mark de één en ik de ander. Ze krijgen dat aan, wat al klaar ligt en door naar beneden om te eten. Na de fles gaat Saar alvast in de maxi cosi, Eva haar haren fatsoeneer ik terwijl ze eet. Met af en toe een lepel pap naast haar mond, omdat ik net op dat moment even aan haar hoofd ‘trek’ om de staart mooi recht te krijgen, waardoor haar hand lichtelijk uitschiet. Pap op? Mond schoonmaken, tanden poetsen, mama uitzwaaien na een kus en met papa in de auto. 

Bij het kinderdagverblijf kinderen eruit, Saar afgeven na een kus en knuffel. Om vervolgens Eva bij haar groep af te leveren. Eva vindt dat de laatste tijd even wat minder leuk dat afleveren en heeft een extra knuffel nodig en benoemt nog even dat ze liever mee gaat werken. Zelf weet ze inmiddels dat het niet kan, dus dat zegt ze dan ook. ‘Eva, mee werken!? Kan niet, Eva kindjes spelen, nee leuk.’ En met een dikke kus van papa dan toch maar gaan en het enigszins verdrietige meisje daar laten, waar ze liever niet wil zijn. 

Na de werkdag, haal ik hen op. Heel goed verdeeld, papa brengt en ik haal! Zowel bij de peuters, als bij de baby’s word ik met een grote glimlach ontvangen en ga ik met de meiden op weg naar huis. Thuis aangekomen is er geen tijd om samen te bouwen, met de poppen te spelen of samen te kleuren, nee want ik moet koken en ook Saar de fles geven. Na het eten Saar op bed, dan even met Eva spelen en dan al snel in bad en in bed en voorbij is de (werk)dag voor de meiden. Dan hoef ik niet te vertellen dat ik/wij dan nog gaan opruimen etc. om daarna even op de bank te zitten voordat Saar de laatste fles van de dag nog krijgt. 

En met de voetjes eindelijk omhoog, vraag ik mij na zo’n dag wel eens hardop af: ‘Leukere moeder als ik werk!?’ Het antwoord is voor mij makkelijk gegeven. Nee, ik ben geen leukere moeder als ik werk. Ik haal ze uit hun slaap, breng ze weg, ben vervolgens de hele dag afwezig. Als ze verdrietig zijn ben ik er niet om ze te troosten en wanneer ze iets nieuws leren mis ik dat. Als ik ze dan na een lange dag haal, heb ik geen tijd voor ze omdat ik direct voor het eten moet zorgen en kort na het eten is het tijd om te gaan slapen. Daar is toch niks leuks aan. Ik ben echt veel leuker als moeder als ik niet werk. Maar toch werk ik, ook omdat ik het leuk vind. 

Dus is dat het misschien, wat wordt bedoeld? Ik ben geen leukere moeder op de dagen dat ik werk, maar misschien ben ik wel een leukere moeder op de dagen dat ik niet werk, omdat er ook dagen zijn dat ik wel werk…Zoiets!?


woensdag 9 september 2015

Ode aan de vaders

Voor iemand die niet graag generaliseert, denk ik dat ik veilig kan zeggen dat iedere moeder wel eens denkt of het gevoel heeft dat zij het beter en of sneller kan of weet dan haar man als het om hun kind/kinderen gaat. Ik durf in ieder geval openlijk te zeggen dat ik dat gevoel wel eens heb, dat ook wel eens uitspreek, maar het ook wel eens alleen maar denk en niet uitspreek. Dat laatste is voor de man natuurlijk het prettigst. Maar het eerste komt dus ook voor.

Voorbeelden zijn er zat! Sommige zijn 'schadelijk' en andere niet.
Tijdens het eten de haren niet vastzetten met een speld met als gevolg dat het haar er uitziet als de baard van een oude man, vol etensresten. Een pyjamashirt aantrekken als T-shirt, tanden niet poetsen, poepresten achterlaten bij het verschonen. Zowel op de baby als op het aankleedkussen, de kleertjes en op zijn eigen handen. De romper van de één bij de ander aantrekt, terwijl er drie maten tussen zit. Te vroeg of te laat eten geeft of het ook wel eens vergeet (het tussendoortje, aan het avondeten denkt hij echt wel).

Vaak houd ik mijn mond, maar soms ook niet en in het ergste geval neem ik het zelfs over. En omdat ik achteraf heel snel bedenk dat het laatste echt niet leuk is voor hem, heb ik besloten om dat niet meer te doen. Beter voor alle partijen! En eerlijk is eerlijk als hij hulp nodig heeft, dan laat hij het zelf wel weten. Zoals in het geval dat de poep tot in de plooien van het nekje zit, dan zijn ze (logisch ook) erg blij met onze bemoeienis.

Maar nu kon ik mij laatst toch even niet inhouden om de schade te beperken. Wij waren op een boerderij, erg leuk, gasten mochten er vrij rondlopen, rondkijken, een wandeling maken langs de koeien, op mini tractoren rijden en versnaperingen kopen in het boerenwinkeltje waar geen bediende nodig was, gewoon op goed vertrouwen. Vol goede zin stapten we uit de auto en terwijl Mark en Eva enthousiast alvast in de buurt van de auto rondkeken, haalde ik de wagen uit de auto en vervolgens Saar om haar in de wagen te zetten. Klaar om te gaan zag ik dat Eva al iets te pakken had en door middel van voelen het boerenleven ervoer. In gedachte zag ik haar al haar duimpje in haar mond steken en het idee alleen al vond ik te smerig voor woorden. Ondanks de vieze gedachte, gniffelde ik inwendig en vroeg Mark:

'Heb je enig idee waar Eva in kneedt?' 'Een klompje zand', zei hij weifelend. 'Of niet?' vroeg hij met een zorgelijke blik.

Toen begon ik te lachen en op dat moment wist hij het ook. Eva 'kleide' met poep. Gelukkig konden we er samen om lachen en had ik genoeg spullen mee om haar handen schoon te maken. Toegegeven het was wel een vies klusje zo onder die nageltjes.

Of mij dit niet was gebeurd? Ik denk het niet, net als de voorgaande voorbeelden niet. Maar moeders, wij doen de dingen nou eenmaal anders en waar wij soms vinden dat wij in moeten springen vinden de mannen dat ongetwijfeld ook wel eens. Alleen zeggen zij het niet. Mark zegt vaak genoeg hoe geweldig hij mij vindt als moeder. En ach hoe erg is het om in je pyjamashirt te lopen, eens wat later te eten of een keer met poep te kleien.

Lang leve de vaders, dankzij hen is het nooit saai!




zaterdag 5 september 2015

Een kontje en een kopje




Waar ik met mijzelf niet altijd voorzichtig ben, doe ik bij de meiden enorm mijn best om wel voorzichtig te zijn. Toch moet ik helaas bekennen dat ik ondanks mijn voorzichtigheid nog steeds wel eens onbenullig ben, met alle gevolgen van dien. Voorbeelden zat. Bij alles in de auto zetten, je sleutelkoord om je nek doen, zodat je die in ieder geval niet vergeet en de deur achter je dicht trekt terwijl je sleutels nog binnen op tafel liggen. Maar dat dan bij het oppakken van één van de meiden, hop met een slinger zo die sleutelbos in het gezicht van de kleine meid belandt, ai! Of al lopend door het huis met Saar op je arm, pok, zo dat armpje tegen de deurpost. Zucht, die armpjes bungelen er ook maar aan. Wanneer is het weer zover dat zij het in gaat schatten en haar armpje op tijd intrekt? Of na een dag de schoentjes en sokken van Eef uittrekken en tot de ontdekking komen dat ze blaren heeft, doordat haar sokjes niet goed zaten. Grr, haastige spoed… Ook zo sneu, maar absoluut ook onbedoeld, wanneer mijn briljante ring langs een beentje gaat tijdens het omkleden en daar een streepje achterlaat. De meeste keren hoor ik de meisjes niet eens. Blijkbaar hebben ze al door dat ik het goed bedoel, alleen soms, zeer onbedoeld, wat onbenullig ben. Maar nu had ik laatst publiek bij mijn onbenulligheid en dat leverde een hoog ‘Ahh’-gehalte op. We waren met de familie in de speeltuin aan het glijden en schommelen. Eva kon niet zelfstandig op de glijbaan komen, dus tilde ik haar er elke keer op. Op het moment dat ik dacht, dit moet ook makkelijker kunnen en ze moet het toch ook zelf leren, gaf ik haar een kontje in plaats van dat ik haar er al bovenop zette. Klinkt goed, alleen de uitwerking was wat minder. Het kontje was te hard, waardoor het een kontje en een kopje werd. Met als resultaat tranen en een rood voorhoofd.
Gelukkig viel het mee en werd de plek niet blauw. Meiden, liefies, het is zo goed bedoeld. Ook het ‘kontje en kopje’. Denk maar aan wat papa zegt: ‘Jullie worden later vast goede catchers!’